Paling staat al geruime tijd op de lijst van
bedreigde diersoorten. In Nederland wordt er op een duurzame manier op paling gevist. Greenpeace noemt dit misleiding. ‘Het eten van een bedreigde diersoort kan nooit duurzaam zijn’, aldus hun woordvoerder. Maar wat vindt de gewone palingvisser hiervan? Is palingvissen duurzaam of niet?
Het is een rustige oktoberochtend in Kudelstaart. Ondanks het dikke wolkendek boven de Westeinderplas is het niet koud. De wind waait kalmpjes over het water en de golven slaan ritmisch tegen het land aan. Beroepsvisser Theo Rekelhof stuurt zijn kleine zwarte bootje behendig langs de grote golven. Zijn verweerde gezicht en glanzende ogen stralen passie voor het vak uit. ‘Mijn manier van vissen is duurzamer dan andere methodes’
De palingvisser
Theo Rekelhof vist al twintig jaar op paling in de Westeinderplas. Hij heeft van dichtbij meegemaakt hoe de palingstand langzaam achteruit is gegaan. ‘Ik snap best dat Greenpeace de palingvisserij niet duurzaam genoeg vindt. Paling is nu eenmaal een beschermde diersoort’. Toch geeft hij ze geen gelijk. ‘Wij beroepsvissers worden in het verdomhoekje gedrukt, ze wijzen altijd met de vinger naar ons, maar dat het slecht gaat met de palingvisserij ligt aan andere factoren’. Theo doelt op de ziektes, vervuiling en de sluizen die deze dieren tegenkomen tijdens hun trek naar zee om zich voort te planten. ‘Dit weegt veel zwaarder dan het handjevol palingen dat ik jaarlijks uit de Westeinderplas vis’. Kweken is ook geen optie, omdat ze zich niet voortplanten in gevangenschap. ‘De kwekerijen die er zijn, werken met jonge glasaaltjes die uit zee worden gevist’.
De overheid heeft nu harde maatregelen genomen om de palingstand te verhogen. Tijdens de trek van september tot december mag er geen paling meer gevangen worden. ‘Jammer want juist in deze periode vang ik de meeste paling’.
De visser zet zijn motor uit en stopt midden op het water. ‘Hier heb ik een groot net uitgezet waar ik snoekbaarzen mee vang. Nu ik tot december niet meer op paling mag vissen probeer ik hier iets mee te verdienen’. Het net is een paar meter lang en wordt stukje bij beetje met de hand uit het water getrokken. Het bootje begint hierdoor gevaarlijk naar een kant over te hellen. Er hangt maar weinig vis in het net en na wat teleurstellingen over het uitblijven van de snoekbaars, klaart het gezicht van de visser op. Een goudgele vis met een puntige snuit is verwikkeld in de touwen van het net. ‘Dit is hem, een snoekbaars, hier krijg ik vijftien euro voor’. Wanneer de vis veilig in een teil ligt, gaat hij verder met het omhoogtrekken van het net.
Na een paar minuten buigt de visser zich voorover naar het water en klemt hij zijn handen steviger om de touwen heen. ‘Ik voel dat er iets zwaars aan hangt’. Nog voordat hij is uitgesproken komt er een grote slijmerige staart omhoog die met een harde klap op het water slaat. De visser heeft moeite het net in bedwang te houden. Een brede bek met snorharen komt naar boven. ‘Een meerval, ze komen altijd op de vissen in mijn net af’. Na een kleine worsteling weet hij de glibberige vis de boot in te trekken. ‘Ruim anderhalve meter schat ik, dat heb ik nog niet vaak gezien’. Uit de brede bek van de vis steekt een scherpe haak. ‘Arm beest, die sportvissers gaan echt te ruw met meervallen om’. Met een roestige tang verwijdert de visser de haak. ‘Meervallen zijn beschermd dus gaat hij weer terug het water in, jammer want ze zijn best lekker’.
Met één snoekbaars aan boort keert Theo terug naar de palingrokerij.
Duurzaam
De rokerij heeft iets weg van een grote keuken. Een hondje ligt op een hoop netten rustig te slapen. De visser kijkt ernaar met een glimlach, ‘dat is Luna, zo heten alle honden tegenwoordig’. In een grote zwarte kast hangen zeventig dunne palingen netjes naast elkaar. De geur van rook en vis overheerst. Theo loopt naar de kast. ‘Deze palingen komen van een kwekerij waar ze glasaaltjes groot brengen’. Duurzaam vind hij deze methode niet. ‘Gekweekte paling zal nooit de zee bereiken om zich voort te planten’. Onderin de kast steekt hij een rokerig vuurtje aan. ‘Mijn manier van vissen is duurzamer. Jaarlijks zet ik een grote hoeveelheid glasaaltjes uit in de Westeinderplas, die hebben allemaal evenveel kans om hun weg naar zee te vinden’. Terwijl de paling boven in de kast gaar wordt, verspreidt de lucht van vis en rook zich naar buiten.
Theo loopt naar de achterdeur, kijkt over het water en zijn mondhoeken krullen omhoog. ‘Ik moet er niet aan denken om ooit te stoppen met dit vak. Vissen is mijn leven, het is gewoon iets dat in je bloed zit’