Heey allemaal!
Ik heb alweer een tijd niets van me laten horen, dus laat ik hier weer even een berichtje achter voor de mensen die geïnteresseerd zijn. Op het centre gaat alles gewoon zijn gangetje. Alle kinderen zijn bijna naar school en de nieuwe spelletjes die we organiseren blijven de kinderen leuk vinden! Op een groot vel papier hebben we bijgehouden welke kinderen er zijn en naar welke school ze gaan. Het vel hangt tegen de muur aan zodat iedereen in een oogopslag kan zien hoeveel kinderen er zijn. Dit is ook handig voor wanneer er bezoekers langskomen. De zusters vonden het erg leuk dat we dit voor ze wilden doen.
Ik begin steeds meer te wennen aan de Keniaanse levenstijl. De dingen die de nieuw aangekomen Nederlanders verbazen, vallen mij nauwelijks meer op. We hebben al vaak van ze gehoord dat het regelen van dingen hier nou niet bepaald soepeltjes verloopt. Daar ben ik al lang aan gewend, maar soms zijn er nog steeds dingen waar ook ik nog moeite mee heb.
Zo kwam er laatst een vrouw langs op het centre met twee kinderen. Ze vertelde dat ze niet voor deze kinderen kon zorgen en wilde ze bij ons achter laten. De vrouw sprak geen Kiswahilli, alleen maar Kikamba. Dus moesten de huismoeders alles vertalen voor de zusters. (De zusters spreken namelijk alleen Kiswahilli) Op hun beurt vertaalden de zusters het weer in het Engels naar ons toe. Zoals je begrijpt was dit dus een nogal vreemd gesprek om bij te wonen. Tijdens dit gesprek zeiden de zusters dat de kinderen er helemaal niet slecht uitzagen of dat er iets mee aan de hand was. De kinderen vertelden ook dat ze gewoon naar school gingen, de jongste werd zelfs gesponsord, dus die moeder hoefde daar niets aan te betalen. Daar kwam ook nog eens bij dat er binnenkort weer allemaal nieuwe straatkinderen komen die verslaafd zijn aan lijm, dus om deze kinderen daar tussen te zetten leek ons niet zo’n goed idee. Ook zouden ze dan een jaar lang niet naar school kunnen, wat ze dus voor kort wel deden. Jammer maar helaas moesten we haar dus weer terug naar huis sturen. Hiermee eindigt het verhaal nog niet, want de volgende dag zag zuster Pascal de kinderen in de stad lopen. Ze waren een heel dikke vrouw (woorden van sister Pascal) in een rolstoel berg op aan het duwen. Ze vroeg wat er aan de hand was en het bleek dat ze de vrouw niet kenden maar dat ze hiermee wat geld (20 cent) probeerden te verdienen. De moeder had de kinderen de vorige dag achtergelaten bij de super markt en was niet meer terug gekomen. Sister Pascal nam de kinderen weer mee naar het centre, waar ze ieder ongeveer 4 borden githerie (wat ik in dat filmpje aan het eten was) naar binnen werkten. De kinderen zijn op een gegeven moment op eigen houtje weer terug naar huis gegaan. Toen we op het centre kwamen waren ze dus weg. Maar even later kwam de moeder weer met de kinderen aanlopen om te vragen of we ze echt niet in konden houden. We begrepen alleen niet waarom de moeder die kinderen wilde afstaan, omdat duidelijk was dat ze er wel voor kon zorgen. Sister Mary heeft een hartig woordje met de moeder gesproken en ze droop uiteindelijk af. Niet dat we daarmee van het probleem af waren, want de volgende dag zagen we de oudste jongen langs het centre lopen. Hij liep de hele tijd heen en weer, alsof hij naar binnen wilde gaan, maar niet durfde. We waren net een film aan het kijken met popcorn dus we vroegen of hij er bij wilde komen zitten. Ondertussen vroeg mama Veronica, wat er aan de hand was. Hij vertelde dat zijn moeder hen gedropt had bij een onbekende man. Hij kon er na een nacht weglopen (want het ging er niet heel gezellig aan toe daar) maar zijn broertje zat er dus nog! Sister Mary, met haar leuke uitspraken zei: I’m going to kill her! She is crazy! (die moeder dus) Een paar oudere kinderen van het centre zijn met de jongen meegelopen naar het huis van de man en hebben zijn broertje daar weg kunnen halen. Nu zitten wij dus opgescheept met deze kinderen, want als ze naar huis gaan, belanden ze zeker weer op straat (of bij die man). Maar het centre is ook niet echt geschikt voor ze, want ze zitten gewoon op school. Uiteindelijk heeft die moeder dus wel haar zin gekregen. Het is moeilijk om een oordeel te hebben over haar, want we weten niet in wat voor situatie ze zat, misschien zat ze echt in grote problemen, of was ze zoals sister Mary zegt: ‘gewoon gestoord’.
Ja, sommige dingen hier in Kenia zijn echt moeilijk om te accepteren, maar het gebeurt wel.
Het lijkt nu net of er alleen maar erge dingen gebeuren hier! Maar de meeste dingen zijn wel leuk hoor! Geen zorgen. (hakuna matata)
Er zitten hier weer allemaal Nederlanders van een andere organisatie. Ze verblijven hier drie maanden voor hun stage en ze doen allemaal verschillende dingen. Zo is er een groep die weer een dam komt bouwen. Ze zitten in een plaatsje in de middle of nowhere en om de twee weken komen ze naar Kitui. Er zijn ook wat mensen die gewoon in Kitui blijven om daar te werken voor hun stage. In totaal zijn er dus een stuk of 25 Nederlanders. Dus elke muzungu die we tegen komen op straat kunnen we nu in het Nederlands begroeten!
In het weekend hebben we de nieuwe dambouwers ontmoet. Rob (een van de dambouwers) had namelijk een brief van Kim (die in december met ons op het centre heeft gewerkt) meegenomen! Kim kende hem namelijk via,via (Wat is de wereld toch klein). We zijn met de nieuwe dambouwers naar de Bavaria geweest (leuk restaurant). Daar hebben we twee uur gewacht tot onze ongare pizza op tafel stond, maar het was gezellig en dus maakte het allemaal niet uit. We hebben in de Bavaria, ook twee Engelse mensen ontmoet die een paar jaar in Kitui wonen. We hadden ze wel al vaker gezien, maar deze keer spraken we af dat we ze een keer thuis zouden bezoeken. ’s Avonds reden we met een taxi terug naar huis.
De volgende dag stonden we vroeg op om met een matatu een bezoekje te gaan brengen aan de 14 falls. Dit zijn hele mooie watervallen die op twee uur rijden van Kitui af liggen. We hadden geen idee in welke matatu we moesten stappen dus vroegen we dit maar op het matatu station. We stapten in en we konden gelijk wegrijden omdat de matatu al vol zat. Na ongeveer twee uur, zei de chauffeur dat we uit moesten stappen en wees hij ons de richting waar de watervallen ongeveer waren. Dit deden we dus en tot onze eigen verbazing liepen we in een keer goed. Bij de ingang kregen we drie leuke gidsen tot onze beschikking waarmee we een stuk door de snelstromende rivier liepen. Toen we op het punt kwamen waar de rivier eindigde in een10 meter hoge waterval, zei mijn gids doodleuk: ‘’zo, en nu moet je naar beneden springen’’. Ik keek naar beneden en kreeg een raar gevoel in mijn maag. Ik had namelijk niet echt verwacht dat je ook van de watervallen af zou mogen springen. Beneden stonden wat Nederlanders die ook deze dag hadden uitgekozen om naar de 14 falls te gaan. Degene die gesprongen hadden riepen dat het heel leuk was om te doen. Het leek me zelf ook wel gaaf, dus zei ik tegen de gids dat hij eerst moest, zodat ik zag waar hij neerkwam. Daarna sprongen Teuntje en ik in het water en het was echt vet! Ik dacht dat we al klaar waren, maar dit was nog maar het begin. We klauterden over allemaal rotsen heen, waarna we een stuk moesten zwemmen langs een grote waterval. De stroming nam ons bijna mee maar gelukkig kon ik me nog net vastgrijpen aan een steen. Toen liepen we een stuk omhoog en zagen we dat je ook van een andere waterval af kon springen. Die was nog ietsjes hoger dan de vorige! Hoe langer ik daar stond, hoe enger het werd om naar beneden te gaan, maar uiteindelijk sprong ik ook hier vanaf. Toen we weer veilig en wel beneden waren, staken we de rivier over met een bootje waar we de rest van de dag bij de andere Nederlanders in het gras hebben gezeten. We reden met hen weer terug naar Kitui en ’s avonds zijn we met zijn allen uit eten geweest. Hier moesten we drie uur op ons eten wachten, want ze waren niet echt berekend op zoveel mensen. Nou ja, het was wel weer een gezellig avondje.
De auto van de zusters is nog steeds kapot, dus moesten we de rest van de week lopend naar het centre toe. Daar kwam ook nog eens bij dat het erg vaak regende deze week. De regentijd is namelijk begonnen (volgens de mensen hier). Het is alleen een beetje jammer dat de stroom altijd uitvalt als het regent, we hebben twee dagen zonder stroom gezeten dus als je op straat loopt en je hoort een aggregaat, dan weet je dat er weer hakuna stima is (geen stroom) Maar eigenlijk is het wel gezellig om met kaarsjes aan in het donker te zitten.
Met zuster Mary hebben we bespoken wat we met ons ingezamelde geld kunnen gaan doen. Ik heb namelijk van tevoren wat geld in gezameld voor het centre en Teuntje is ook bezig met een inzamelingsactie. Toen we het bespraken vertelde ze dat het centre wel een opknapbeurt kan gebruiken, omdat er een aantal ramen stuk zijn en de kamers van de kinderen nodig geschilderd moeten worden. We bespraken ook dat er weer nieuwe borden moesten komen en wat bestek. De kinderen moeten dit namelijk steeds weer mee naar school nemen. We vroegen of we de auto niet op een of andere manier konden laten maken. Het centre heeft door de kapotte auto namelijk heel veel problemen. Wanneer de kinderen in de vakanties naar huis moeten, worden ze altijd opgehaald en ook weer weggebracht. Zonder een auto gaat dit dus moeilijk worden. Daarnaast is het ook niet handig om met een auto te rijden die er halverwege de rit zomaar mee ophoudt, vooral als je daarna midden in de nacht verder moet rijden. (spreek uit ervaring). Sister Mary zei dat ze ging kijken wat er aan de auto gedaan kon worden. Daarna kwam ze met een erg onkeniaanse actie. Ze belde gelijk een schilder die de volgende dag aan de slag kon! Meestal duurt het wel een tijdje voordat dingen geregeld zijn, maar van sister Mary kan je soms verwachten dat ze heel snel is! De schilder heeft de slaapkamers erg goed geschilderd en het ziet er allemaal weer piccobello uit.
Dit weekend hebben we de gevangenis van kitui bezocht. We waren er al een keer langs gelopen maar deze keer trokken we onze stoute schoenen aan en liepen quasi nonchalant naar binnen toe. Soms is het hier wel handig om een muzungu te zijn! We vroegen of we even mochten rondkijken. We hadden namelijk gehoord dat er in de gevangenis dingen van hout werden gemaakt en verkocht. We kregen gelijk een rondleiding van een aardig uitziende mevrouw. De gevangenis zelf zag er zoals zoveel dingen in Kenia, niet uit zoals je zou verwachten. De gevangenen liepen rond in een zwart wit gestreept Dalton pakje en er stonden verspreid over het terrein wat gezellige huisjes. Ik denk dat ze hier in woonden. We bedachten dat het niet moeilijk zou zijn te ontsnappen, helemaal toen we de werkplaats zagen waar een stuk of 50 gevangenen ons grijnzend aanstaarden. Ze waren namelijk allemaal bezig met gereedschap. Ik zag iemand in een houtblok hakken met iets dat er uit zag als een bijl en de anderen waren allemaal aan het zagen of timmeren. (voor Wentworth Miller zou uitbreken een makkie zijn) Achter in de werkplaats werd ons gewezen op de houten beeldjes die gemaakt waren. Erg knap wat ze hier allemaal uit hout kunnen snijden. Toen we alles wel aangeraakt of bewonderd hadden kocht ik een schattig olifantje.
We zijn dit weekend erg toeristisch bezig geweest omdat we de volgende ochtend naar de markt liepen, waar we iets kochten waar we al heel lang naar op zoek waren. Echte onverwoestbare, slijtagebestendige met de hand vervaardigde autoband slippers! Overal in Kenia zie je mensen met deze slippers lopen. Ze zijn leuk, goedkoop en ze gaan ontzettend lang mee. Alleen zagen we de leuke slippers alleen als er al voet in stak en op de markt alleen degene die we niet mooi vonden. Maar deze keer hadden we geluk en konden we met mooie slippers op huis aan. De rest van het weekend hebben we ervaren hoe Kenia is in de regentijd. Erg nat! En hakuna stima. Aan het eind van de dag begon het op te klaren waarna we ergens uit eten zijn geweest.
Maandag was het 8 maart, dat betekent internationale vrouwendag. Ja, dat vieren ze zelfs in Kenia. Op het centre zouden we bezoek krijgen van allemaal vrouwen (vraag me niet waarom). Dus de kinderen moesten er netjes gekleed uitzien. Dat betekende dat er wat ‘nieuwe’ kleren uit de kast getrokken moesten worden. De kleinste jongen kreeg een ontzettend lelijk pakje aan waar heel blij mee was. (volgens de zuster, leek hij erg op een astronaut in dit ding waar ik haar wel gelijk in moest geven). Een andere jongen kreeg een legging aan die van een Nederlands meisje geweest was. Echt grappig. Waar de kinderen hier erg blij mee zijn, zouden ze in Nederland echt niet aan durven trekken. De vrouwen druppelden een voor een binnen en in de eetzaal begonnen ze omstebeurt iets te vertellen. Ik vond het erg jammer dat alles in Kikamba gezegd werd, waardoor ik er geen woord van verstond. Ik zag zuster Mary soms ook even knikkebollen, want ze snapte er ook niets van, omdat ze alleen Kiswahilli verstaat. Gelukkig gooiden de kinderen er tussendoor een paar liedjes doorheen die ik nu zo langzamerhand wel mee kan zingen dus het werd wel gezellig.
Liefs,
Kavata
Ps: Ik heb een beetje een zere rug van de sprong van de waterval (maar ‘t was wel leuk).
Ps: Als het hier ook maar even geregend heeft, beginnen ze gelijk dingen in de grond te stoppen. Nu is iedereen dus druk bezig in de shamba.
Ps: De mango’s zijn bijna op…Jammer!
ps: Sorry geen filmpje deze keer. Volgende keer weer!